Ze zijn zo lief, meneer
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg jeroenenmarielle
10 Februari 2010 | Myanmar, Bagan
Myanmar, een land vol contrasten. Vreselijk bewind, maar o zo vriendelijke bevolking. En oprecht vriendelijk! Zo veel van het land is afgesloten voor buitenlanders (en je wil je niet voorstellen wat er zich daar allemaal afspeelt), maar de stukken die je mag bezoeken zijn o zo mooi. Tijdens je bezoek zijn er onvermijdbare bijdragen tot het militaire beleid, maar terzelfdertijd kan je ook een beetje geld bijdragen aan de lokale bevolking die het zo hard nodig heeft.
De eerste dag in Yangoon waanden we ons we ons in India. Heet, druk en veel Indiers. Om de aan de hitte te ontsnappen zijn we naar de middagvoorstelling in de cinema gegaan. Behalve dat de elektriciteit, zoals in heel het land, af en toe eens uitviel, was het leuk om nog eens te doen. Gelukkig had iemand in ons guesthouse ons gewaarschuwd dat als de Myanmarezen je op straat aanspreken, dat dat gewoon om te helpen is en niet uit enig winstbejag. En inderdaad, vanaf dag 1, als we iets nodig hebben en je staat een beetje rond te kijken, komt er sowieso iemand aan je vragen waar je naar op zoek bent en zal hoogstwaarschijnlijk met je meewandelen tot waar je moet zijn. Uit vriendelijkheid, niets anders. Hoogstens willen ze een gesprek met je hebben. Willen ze hun talen oefenen, zijn ze geinteresseerd in jouw cultuur en buitenlands nieuws. In de grote steden zal er niet vaak over politiek gesproken worden, maar in de kleinere, niet zo toeristische, plekjes durven mensen meer vertellen. En ze willen het ook vertellen, willen dat we weten hoe gecontroleed hun leven is. We hoorden iemand vragen aan een jonge man waarom hij geen soldaat werd, dat verdiende toch goed, waarop die heel beslist antwoordde:”because I want to be free”! Een leraar verdient 30 dollar per maand en vaak zie je mensen handmatig wegen aanleggen, in straatputten kruipen, in mijnen werken,…Verschrikkelijke werkomstandigheden. Het regime wordt vaak verweten nog steeds dwangarbeid te gebruiken voor publieke werken. Ik weet het niet, maar het ziet er toch heel erg ongezond en uitputtend uit.
Na Yangoon een nachtje op de bus naar Mandalay. Daar was het gelukkig al iets minder warm en druk. We huurden een fiets en gingen op weg naar Sagaing. Onderweg zagen kleine dorpjes met paard en kar en veel locals die ons zot verklaarden, maar toch vriendelijk en aanmoedigend naar ons zwaaiden. Sagaing ligt 2 uurtjes met de fiets van Mandalay en dat vindt de lokale bevolking veel te ver. Enkel Nederlanders en Belgen doen dat met de fiets. Soms wel verwarrend, want als je vraagt of je met de fiets naar ergens kan gaan, lijkt het meestal een rit uit de Tour en vooral vely fal. Sagaing is ooit de hoofdstad geweest (hoofdstad-verleg-je lijkt wel de nationale sport) en is nu volgens de Lonely Planet de plaats waar monniken komen als ze gestresseerd zijn (en ik maar denken dat stress iets was dat monniken net niet hadden). 500 Stupas sieren de heuvels rond Sagaing. Wij reden naar de hoogste tempel, maar toen we de muur tegen kwamen en het daarbij ook nog eens het warmste moment van de dag was, hebben we onze zeer slechte fietsen aan de kant gezet en zijn we te voet naar boven gewandeld. Toch nog net niet klaar voor de Mont Ventoux, maar dat komt nog wel. Op de berg 2 mooie boeddhistische kloosters bezocht en van daaruit hadden we ook een mooi zicht op de 498 andere. Die moesten we dan niet meer bezoeken en zo rolden we weer de berg af op zoek naar voedsel voor de hongerige maag. We kwamen in een klein en gezellig familierestaurant en we deden weer het wijs-op-het-menu-en-weet-niet-wat-je-bestelt-spelletje. Gevolg was dat we een overvloed aan eten hadden. Jeroen probeerde het nog allemaal op te eten waardoor hij de rest van de dag niet helemaal optimaal was. Ik gaf al snel op. We betaalden en vergezeld van veel familiejolijt gingen we weer op weg. Deze keer waren we op weg naar de langste houten brug ter wereld. Aangekomen in Amarapura wezen de locals ons de weg, waardoor we mits enige omwegen aan de brug kwamen. En het moet gezegd worden: ze is lang en indrukwekkend. We zijn naar de andere kant van de rivier gewandeld en omdat de brug al 200 jaar oud is, liggen sommige plankjes soms een beetje hoger dan andere. Bij het oversteken van de brug struikelde ik maar 7 keer (net niet van de metershoge brug gedonderd) en in het terug keren, na enige training, lukte het me om maar 5 keer te struikelen. Overmoed velde me, want ik struikelde 3 keer in de laatste meters. Na dit tochtje hadden we heel veel zin in een goede trekking en besloten we naar Hispaw te gaan. Er zouden daar mooie trekkings zijn en dus vertrokken we naar wat ze hier de Shan Bergen noemen.
In Hispaw vroegen we informatie over de trekkings, maar het guesthouse wou enkel 2 daagse (in ons ogen eerder 24 uren) trekkings doen. Met heel veel geluk stelden we uiteindelijk zelf een groep samen van 5 toeristen en een lokale gast die vroeg of hij mee mocht gaan. Hij wilde graag gids worden, maar kende de route niet. Wij waren gelukkig dat er iemand het lokale dialect kon spreken en hij was gelukkig dat hij mee kon. Het werden 4 prachtige dagen. De eerste dag reden we naar het stadje waar we de trek zouden aanvangen en leerden we elkaar kennen. De volgende dag vertrokken we op trekking en meteen liepen we tussen de prachtige bergen en vergezichten. Onze gids, Stanley, kon telkens met de bevolking praten, die ons thee gaf, en zo de weg vragen. Na een aantal uren wandelen kwamen we in een dorpje waar we bij de chief mochten slapen en waar er een festival boven op de berg was ter ere van een nieuw Boeddha beeld. De lokale bevolking is ongelooflijk vriendelijk, maar volledig niet te betrouwen als het op afstanden aankomt. Wat 30 minuten moest zijn, werd 1uur en 30 minuten, maar uiteindelijk kwamen we aan op het festival. Van alle kanten van de berg kwamen mensen naar boven, allemaal in hun mooiste en traditionele kleren. En jolijt natuurlijk om 5 toeristen te zien. We vroegen de mensen of ze vaak eens toeristen zagen. Het antwoord was 1 of 2 keer per maand passeert er wel eens een. Alles was nog heel authentiek en wij voelden ons erg vereerd om dit te mogen meemaken. Na een hartig ontbijt vertrokken we weer op pad. Het was een beetje meer op en neer dan de dag ervoor, maar het bleef even prachtig. Tegen 16u kwamen we aan in een dorpje en vroegen hoe ver het nog was naar het volgende dorp. 2 tot 3 uren. We hadden het moeten weten, maar goedgelovig als we zijn dachten we dat we het misschien nog net konden halen voor het donker werd. De 2 tot 3 uren werden 4,5 uren en de laatste 2 waren dus in het donker. Op den duur begonnen we toch een beetje te vrezen dat we geen slaapplaats zouden vinden en begonnen ons psychologisch al een beetje voor te bereiden op het slapen aan de kant van de weg. Gelukkig bleven we wandelen en kwamen we tegen 20u30 aan in een dorpje. De meeste mensen gaan hier tegen 19u gaan slapen en dus moesten we aan een huis aankloppen en de bewoners wakker maken. Uitzonderlijk vriedenlijk als ze zijn, stonden de mensen op, maakten bedjes voor ons en na lang aandringen van hun kant en veel nee het is niet nodig van onze kant staken ze het vuur weer aan en bereidden ze een maaltijd voor ons, die we met veel dankbaarheid opaten. We waren 12 uren onderweg geweest, waarvan we er 11 gestapt hadden. Uiteindelijk had het wel iets, want uit vermoeidheid zakt het humorniveau en komt het volledig op mijn niveau. Nog eens goed gelachen met al onze stommiteiten die dag en dan vermoeid in slaap gevallen. De volgende ochtend kwamen de mensen ons wakker maken met de boodschap dat het ontbijt klaar stond. Wat een schatten zijn het toch. Zelf hebben ze niet genoeg eten, maar toch gaven ze het aan ons. Natuurlijk betaalden we de mensen, maar dat wisten zij toen nog niet. Na het ontbijt vertrokken we, iets minder vlot dan anders en de stijfheid er een beetje aan het uitwandelen. Moe, vuil, maar voldaan kwamen we enkele uren later terug aan in Hispaw. Daar waren er alweer toeristen op de njet gestoten van het guesthouse en mits enige aanmoediging had Stanley zijn tweede tourgroep vast. Hopelijk kan hij er iets van maken.
Vanuit Hispaw namen we de trein terug naar Mandalay. Het gevoel was eerder alsof je in een boot zat en ookal ging het heel traag, toch schommelde het naar alle kanten en ook op en neer. Veel couleur local op de trein en na 6 uren kwamen we aan in Py U Lin. Van daaruit ging het op het dak van een minibusje richting Mandalay.
Vanuit Mandalay namen we de bus we naar een klein dorpje waar ze 2 reuze boeddhas gebouwd hadden. Een die rechtstaat (met lift!) en een die neerligt. Mij stoort het absoluut niet, maar ze kunnen hier toch nogal overdrijven met al hun boeddhistische bouwwerken. De volgende dag ging het via bus, paardenkar en boot naar Bagan. Bagan is een archeologische site waar meer dan 4500 (kheb het gezegd ze, overdrijven graag een beetje) oude tempels te zien zijn. Jeroen is nu een beetje ziekjes, maar als hij genezen is, springen we op de fiets en gaan we ze gaan bezoeken, allemaal!
De eerste dag in Yangoon waanden we ons we ons in India. Heet, druk en veel Indiers. Om de aan de hitte te ontsnappen zijn we naar de middagvoorstelling in de cinema gegaan. Behalve dat de elektriciteit, zoals in heel het land, af en toe eens uitviel, was het leuk om nog eens te doen. Gelukkig had iemand in ons guesthouse ons gewaarschuwd dat als de Myanmarezen je op straat aanspreken, dat dat gewoon om te helpen is en niet uit enig winstbejag. En inderdaad, vanaf dag 1, als we iets nodig hebben en je staat een beetje rond te kijken, komt er sowieso iemand aan je vragen waar je naar op zoek bent en zal hoogstwaarschijnlijk met je meewandelen tot waar je moet zijn. Uit vriendelijkheid, niets anders. Hoogstens willen ze een gesprek met je hebben. Willen ze hun talen oefenen, zijn ze geinteresseerd in jouw cultuur en buitenlands nieuws. In de grote steden zal er niet vaak over politiek gesproken worden, maar in de kleinere, niet zo toeristische, plekjes durven mensen meer vertellen. En ze willen het ook vertellen, willen dat we weten hoe gecontroleed hun leven is. We hoorden iemand vragen aan een jonge man waarom hij geen soldaat werd, dat verdiende toch goed, waarop die heel beslist antwoordde:”because I want to be free”! Een leraar verdient 30 dollar per maand en vaak zie je mensen handmatig wegen aanleggen, in straatputten kruipen, in mijnen werken,…Verschrikkelijke werkomstandigheden. Het regime wordt vaak verweten nog steeds dwangarbeid te gebruiken voor publieke werken. Ik weet het niet, maar het ziet er toch heel erg ongezond en uitputtend uit.
Na Yangoon een nachtje op de bus naar Mandalay. Daar was het gelukkig al iets minder warm en druk. We huurden een fiets en gingen op weg naar Sagaing. Onderweg zagen kleine dorpjes met paard en kar en veel locals die ons zot verklaarden, maar toch vriendelijk en aanmoedigend naar ons zwaaiden. Sagaing ligt 2 uurtjes met de fiets van Mandalay en dat vindt de lokale bevolking veel te ver. Enkel Nederlanders en Belgen doen dat met de fiets. Soms wel verwarrend, want als je vraagt of je met de fiets naar ergens kan gaan, lijkt het meestal een rit uit de Tour en vooral vely fal. Sagaing is ooit de hoofdstad geweest (hoofdstad-verleg-je lijkt wel de nationale sport) en is nu volgens de Lonely Planet de plaats waar monniken komen als ze gestresseerd zijn (en ik maar denken dat stress iets was dat monniken net niet hadden). 500 Stupas sieren de heuvels rond Sagaing. Wij reden naar de hoogste tempel, maar toen we de muur tegen kwamen en het daarbij ook nog eens het warmste moment van de dag was, hebben we onze zeer slechte fietsen aan de kant gezet en zijn we te voet naar boven gewandeld. Toch nog net niet klaar voor de Mont Ventoux, maar dat komt nog wel. Op de berg 2 mooie boeddhistische kloosters bezocht en van daaruit hadden we ook een mooi zicht op de 498 andere. Die moesten we dan niet meer bezoeken en zo rolden we weer de berg af op zoek naar voedsel voor de hongerige maag. We kwamen in een klein en gezellig familierestaurant en we deden weer het wijs-op-het-menu-en-weet-niet-wat-je-bestelt-spelletje. Gevolg was dat we een overvloed aan eten hadden. Jeroen probeerde het nog allemaal op te eten waardoor hij de rest van de dag niet helemaal optimaal was. Ik gaf al snel op. We betaalden en vergezeld van veel familiejolijt gingen we weer op weg. Deze keer waren we op weg naar de langste houten brug ter wereld. Aangekomen in Amarapura wezen de locals ons de weg, waardoor we mits enige omwegen aan de brug kwamen. En het moet gezegd worden: ze is lang en indrukwekkend. We zijn naar de andere kant van de rivier gewandeld en omdat de brug al 200 jaar oud is, liggen sommige plankjes soms een beetje hoger dan andere. Bij het oversteken van de brug struikelde ik maar 7 keer (net niet van de metershoge brug gedonderd) en in het terug keren, na enige training, lukte het me om maar 5 keer te struikelen. Overmoed velde me, want ik struikelde 3 keer in de laatste meters. Na dit tochtje hadden we heel veel zin in een goede trekking en besloten we naar Hispaw te gaan. Er zouden daar mooie trekkings zijn en dus vertrokken we naar wat ze hier de Shan Bergen noemen.
In Hispaw vroegen we informatie over de trekkings, maar het guesthouse wou enkel 2 daagse (in ons ogen eerder 24 uren) trekkings doen. Met heel veel geluk stelden we uiteindelijk zelf een groep samen van 5 toeristen en een lokale gast die vroeg of hij mee mocht gaan. Hij wilde graag gids worden, maar kende de route niet. Wij waren gelukkig dat er iemand het lokale dialect kon spreken en hij was gelukkig dat hij mee kon. Het werden 4 prachtige dagen. De eerste dag reden we naar het stadje waar we de trek zouden aanvangen en leerden we elkaar kennen. De volgende dag vertrokken we op trekking en meteen liepen we tussen de prachtige bergen en vergezichten. Onze gids, Stanley, kon telkens met de bevolking praten, die ons thee gaf, en zo de weg vragen. Na een aantal uren wandelen kwamen we in een dorpje waar we bij de chief mochten slapen en waar er een festival boven op de berg was ter ere van een nieuw Boeddha beeld. De lokale bevolking is ongelooflijk vriendelijk, maar volledig niet te betrouwen als het op afstanden aankomt. Wat 30 minuten moest zijn, werd 1uur en 30 minuten, maar uiteindelijk kwamen we aan op het festival. Van alle kanten van de berg kwamen mensen naar boven, allemaal in hun mooiste en traditionele kleren. En jolijt natuurlijk om 5 toeristen te zien. We vroegen de mensen of ze vaak eens toeristen zagen. Het antwoord was 1 of 2 keer per maand passeert er wel eens een. Alles was nog heel authentiek en wij voelden ons erg vereerd om dit te mogen meemaken. Na een hartig ontbijt vertrokken we weer op pad. Het was een beetje meer op en neer dan de dag ervoor, maar het bleef even prachtig. Tegen 16u kwamen we aan in een dorpje en vroegen hoe ver het nog was naar het volgende dorp. 2 tot 3 uren. We hadden het moeten weten, maar goedgelovig als we zijn dachten we dat we het misschien nog net konden halen voor het donker werd. De 2 tot 3 uren werden 4,5 uren en de laatste 2 waren dus in het donker. Op den duur begonnen we toch een beetje te vrezen dat we geen slaapplaats zouden vinden en begonnen ons psychologisch al een beetje voor te bereiden op het slapen aan de kant van de weg. Gelukkig bleven we wandelen en kwamen we tegen 20u30 aan in een dorpje. De meeste mensen gaan hier tegen 19u gaan slapen en dus moesten we aan een huis aankloppen en de bewoners wakker maken. Uitzonderlijk vriedenlijk als ze zijn, stonden de mensen op, maakten bedjes voor ons en na lang aandringen van hun kant en veel nee het is niet nodig van onze kant staken ze het vuur weer aan en bereidden ze een maaltijd voor ons, die we met veel dankbaarheid opaten. We waren 12 uren onderweg geweest, waarvan we er 11 gestapt hadden. Uiteindelijk had het wel iets, want uit vermoeidheid zakt het humorniveau en komt het volledig op mijn niveau. Nog eens goed gelachen met al onze stommiteiten die dag en dan vermoeid in slaap gevallen. De volgende ochtend kwamen de mensen ons wakker maken met de boodschap dat het ontbijt klaar stond. Wat een schatten zijn het toch. Zelf hebben ze niet genoeg eten, maar toch gaven ze het aan ons. Natuurlijk betaalden we de mensen, maar dat wisten zij toen nog niet. Na het ontbijt vertrokken we, iets minder vlot dan anders en de stijfheid er een beetje aan het uitwandelen. Moe, vuil, maar voldaan kwamen we enkele uren later terug aan in Hispaw. Daar waren er alweer toeristen op de njet gestoten van het guesthouse en mits enige aanmoediging had Stanley zijn tweede tourgroep vast. Hopelijk kan hij er iets van maken.
Vanuit Hispaw namen we de trein terug naar Mandalay. Het gevoel was eerder alsof je in een boot zat en ookal ging het heel traag, toch schommelde het naar alle kanten en ook op en neer. Veel couleur local op de trein en na 6 uren kwamen we aan in Py U Lin. Van daaruit ging het op het dak van een minibusje richting Mandalay.
Vanuit Mandalay namen we de bus we naar een klein dorpje waar ze 2 reuze boeddhas gebouwd hadden. Een die rechtstaat (met lift!) en een die neerligt. Mij stoort het absoluut niet, maar ze kunnen hier toch nogal overdrijven met al hun boeddhistische bouwwerken. De volgende dag ging het via bus, paardenkar en boot naar Bagan. Bagan is een archeologische site waar meer dan 4500 (kheb het gezegd ze, overdrijven graag een beetje) oude tempels te zien zijn. Jeroen is nu een beetje ziekjes, maar als hij genezen is, springen we op de fiets en gaan we ze gaan bezoeken, allemaal!
-
10 Februari 2010 - 13:36
Bartel:
Die monnikken hebben wel een belangrijke rol gespeeld in het "verzet". Laat ze dan maar een beetje overdrijven met hun postuurkes, niet? -
10 Februari 2010 - 13:42
Bartel:
En Jeroen, doe u maar een Damaarken aan he, als ge ziekskes zijt. -
10 Februari 2010 - 14:44
Linkie:
het blijft ongelooflijk boeiend en leuk jullie verslagen te lezen.
(volgende keer meer foto's hé ;-) )
liefs,
Linkie -
13 Februari 2010 - 08:45
Guido D'hont:
Het lijkt mij een fantastische ervaring te zijn. Neen het lijkt niet het is zeker zo aan het prachtige reisverslag te lezen. Nog heel veel fijne maanden in het oosten.
regelmatig vragen we in het NTG ons af waar jullie nu zitten. en regelmatig krijgen we dan ook iets van jullie te lezen. Hou jullie gezond en geniet ervan.
Guido -
18 Februari 2010 - 11:00
Christine En Vic.:
Mariëlle en Jeroen
't is u vergeven dat je struikelt over zo'n brugje,zolang je pen maar niet struikelt ... aangenaam om lezen (soms veel later) en voorzeker nog zoveel aangenamer om het te beleven; geniet ervan -
18 Februari 2010 - 12:09
Jacx:
Kunt ge niet zo een paar Myanmareeskes in uw rugzak steken voor in ons super-de-luxe-eersteklas-en-iedervoorzijneigen-land? Wie weet werkt die spontane behulpzaamheid wel aanstekelijk.. -
18 Februari 2010 - 14:30
Bram:
Jupiler
-
20 Februari 2010 - 21:07
Wannes:
hip hip hoera -
21 Februari 2010 - 12:21
Linde:
Ik droom steeds weg bij jullie boeiende reisverslagen! Als jullie terug zijn, hang ik ongetwijfeld aan jullie lippen!
Liefs,
Linde en co xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley